De Europese Commissie streeft ernaar nieuwe wetgeving te implementeren om investeringen van buiten de Europese Unie te ontmoedigen, met als doel de bescherming van de eigen economieën. Hoewel het wetsvoorstel niet specifiek meldt dat het gericht is op Rusland en China, is het in de praktijk bedoeld om maatregelen te nemen met betrekking tot investeringen uit deze landen.
Het onlangs gepresenteerde wetsvoorstel in Brussel beoogt de vermindering van de afhankelijkheid van lidstaten van productieketens die verbonden zijn met niet-EU-landen. Het richt zich ook op het beschermen van gevoelige technologieën.
Op dit moment hebben EU-landen de vrijheid om zelf te bepalen hoe ze buitenlandse investeerders beoordelen, maar het nieuwe voorstel streeft naar uniformiteit in deze beoordelingsprocessen. Bovendien wil de Europese Commissie het doorlichten van Europese bedrijven met een moederbedrijf buiten de EU vereenvoudigen.
Een voorbeeld dat wordt aangehaald, is de chipindustrie. Europarlementariër Bart Groothuis (VVD) juicht het wetsvoorstel toe en uit zijn bezorgdheid over met name de Chinese betrokkenheid bij Europese bedrijven. Hij benadrukt dat buitenlandse investeringen in kritieke sectoren nu verplicht getoetst moeten worden. Groothuis pleit er tevens voor om exportcontroles op Europees niveau te harmoniseren. Momenteel gebeurt dit nog op nationaal niveau, wat problematisch kan zijn, zoals in het geval van de export van chipmachines van ASML. Groothuis stelt dat door gezamenlijke Europese besluitvorming te hanteren, individuele landen zoals Nederland niet meer individueel gestraft kunnen worden door China als reactie op beperkingen in de export van chipmachines. Tot op heden heeft China nog geen dergelijke vergeldingsmaatregelen genomen.